Toezichthouder Drank & Horeca wet

In de nieuwe Alcoholwet (geldens sinds 1 juli 2021) staat in artikel 41 vermeld dat met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de door de burgermeester aangewezen ambtenaren.  

Na de opleiding is de deelnemer in staat om de handhaving van de Alcoholwet zelfstandig uit te kunnen voeren en heeft de deelnemer kennis van en inzicht in de verschillende handhavingsinstrumenten die de wet biedt.

Subdoelen:
1. Na de opleiding is de cursist op de hoogte van de verantwoordelijkheden en taken van de burgemeester, kan de cursist de verschillende bevoegdheden die voortvloeien uit het toezicht en opsporing op basis van de Algemene wet bestuursrecht, het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de economische delicten en overige specifieke wetgeving, op de juiste wijze toepassen.

Daartoe weet de deelnemer waarom er onderscheid is tussen opsporing en toezicht, kent de cursist de bevoegdheden als BOA en de verantwoordelijkheden als toezichthouder, en kan de deelnemer de gevolgen van de verschillen tussen strafrechtelijke en bestuursrechtelijke afdoening toepassen in de uitvoering van de werkzaamheden.

2.De deelnemer is op de hoogte van de drie aspecten betreffende alcoholhoudende dranken in relatie tot het doel van de Drank- en Horecawet. Daartoe is de deelnemer op de hoogte van de productkennis van de meest gangbare assortiment alcoholhoudende dranken (sterk, zwak en mixdranken), (her)kent de deelnemer het gedrag en drinkgewoonten met betrekking tot het gebruik van alcoholhoudende dranken specifiek door jongeren, en is de deelnemer globaal op de hoogte van het gezondheidseffect (lichamelijk en geestelijk) ten aanzien van bovenmatig alcoholgebruik.

3. De deelnemer heeft na de opleiding inzicht in het handhavingsbeleid ten aanzien van de Alcoholwet en kan dit met behulp van inspectiemethodiek toepassen in de praktijk. Dat betekent dat de deelnemer op de hoogte is van de ge- en verbodsbepaling in de Alcoholwet. Daarnaast kan de deelnemer toezicht en opsporing integraal toepassen tijdens controles van vergunningsplichtige bedrijven, niet-vergunningsplichtige bedrijven en leeftijdsgrenzen, is de cursist in staat tijdens controles zelfstandig relevante strafbare feiten op te sporen door vraagtechnieken, het analyseren van de situatie en processen en het vergaren van de relevante bewijsmiddelen. Op basis daarvan moet de deelnemer in staat worden geacht te beoordelen of sprake is van een of meerdere overtreding(en) en moet hij/zij de status van de overtreding kunnen vaststellen op basis waarvan een geëigende maatregel kan worden genomen.

4. Als laatste is de deelnemer na afronding van de opleiding in staat om een juridisch correct boeterapport te schrijven. Dat betekent dat de deelnemer op de hoogte is van de eisen die aan een boeterapport worden gesteld, kan de deelnemer de verzamelde strafbare feiten en omstandigheden (bewijsmiddelen) objectief en eenduidig in het boeterapport weergeven en kan hij/zij de relatie tussen de aangetroffen situatie en de wettelijke norm schriftelijk verwoorden in het boeterapport.

Beschikbare startdata:

Trainingsdetails

Aangeboden door:

IVON
  • vanaf  1,821.80
  • Nederlands